Wanneer mag je pleisterwerk overschilderen?
Schade
Als vakman moet je er de klant kunnen van overtuigen dat het echt wel de moeite loont om stucwerk voldoende tijd te geven om uit te drogen alvorens over te gaan tot het plaatsen van afwerkingslagen. Een vochtige muur afwerken bemoeilijkt niet alleen het werk, maar veroorzaakt ook schade wanneer het vocht niet meer uit de muur kan. Het pleisterwerk kan afbrokkelen, scheuren kunnen ontstaan – de muur ‘werkt’ immers nog - en op termijn ontstaan er schimmels en zoutuitbloeiingen.
Luchtvochtigheid
Om muren te pleisteren, wordt gebruikgemaakt van water. Véél water (min. 60%) waardoor het normale vochtgehalte van de muur met een ruk de hoogte ingaat. En dat vocht moet dan weer verdampen. Als de luchtvochtigheid in de woning te hoog is, worden de muren moeilijker droog. Ook luchtcirculatie speelt een rol. Als die er niet of onvoldoende is, neemt het droogproces meer tijd in beslag dan gemiddeld. Hoe vlotter de lucht zich kan verplaatsen, hoe beter het droogproces zal gaan. Een goed ventilatiesysteem doet dan ook wonderen.

Laat de natuur rustig zijn werk doen ...
De natuurlijk weg
De beste manier om een muur goed te laten uitdrogen is … wachten en de tijd op een natuurlijke manier zijn werk laten doen. Hoelang het precies duurt, is afhankelijk van de temperatuur en de weersomstandigheden, met andere woorden: de periode van het jaar. In de lente en de zomermaanden gaat het proces sneller dan in de koudere en doorgaans ook vochtiger maanden. In een ideale situatie situeert de binnentemperatuur zich rond de 20 à 22 °C en worden de ruimtes goed geventileerd. Belangrijk is dat de muren gelijkmatig drogen. Om precies te weten hoelang het duurt, is er de vuistegel ‘1 maand per centimeter muurdikte’. Een dikkere muur heeft immers langer nodig om goed uit te drogen.
Een andere vuistregel slaat op het pleisterwerk zelf en stelt dat de droogtijd daarvan 1 millimeter (pleisterdikte) per dag is. Daarbij wordt vaak geen rekening gehouden met de eventuele vochtigheid ‘in’ de muur, wat in pas gebouwde woningen wel het geval kan zijn. Er is ook een verschil tussen cement en gips: bij gipsgebonden pleisterwerk gaat het drogingsproces sneller in vergelijking met cementgebonden mortel. Cement kan vocht beter vasthouden en bemoeilijkt daardoor de verdamping. De droogtijd kan dubbel zolang duren dan bij gips het geval is.
Heeft de klant echt geen geduld, dan kunnen we een ventilator of bouwdroger/warmtekanon inschakelen om het natuurlijke proces te versnellen, maar dat jaagt vanzelfsprekend de kosten de hoogte in. De verwarming op de hoogste stand laten draaien, is geen goed idee. Dat komt de kwaliteit van het stucwerk echt niet ten goede. Stucwerk droogt het best bij een stabiele temperatuur.
Wanneer we denken dat het ogenblik is aangekomen om te gaan schilderen, checken we het vochtgehalte eerst met behulp van een vochtmeter. Pas wanneer het vochtigheidsgehalte in de muur gedaald is tot 2%, krijg je het beste resultaat.

Niet-destructieve vochtmeter

'Destructieve' vochtmeter

Hygrometer
Vocht meten
Met een vochtigheidsmeter meet je in een handomdraai de luchtvochtigheidsgraad in een ruimte of het vochtgehalte in oppervlakken of materialen. Een vochtmeter heeft verschillende toepassingen zoals lekken opsporen, pleisterwerk controleren in functie van schilderen of behangen, luchtvochtigheid in een bepaalde ruimte meten of de vochtigheid van vloeren meten om parket of laminaat te leggen. De meest voorkomende toestellen kunnen we opsplitsten in drie categorieën:
- Niet-destructieve vochtmeters meten het vochtgehalte in oppervlakken of materialen door de meter tegen het oppervlak aan te houden. Het oppervlak zelf raakt niet beschadigd, vandaar dat dit de ideale oplossing is voor (al dan niet gepleisterde) muren, vloeren, plafonds, …
- Destructieve vochtmeters hebben hetzelfde doel maar werken met twee ‘steekpennen’ die de gebruiker in een oppervlak of materiaal duwt. Die pinnen meten vochtgehalte en geven dat weer op een scherm. Omdat deze vochtmeters wel lichte schade kunnen veroorzaken, worden ze meestal gebruikt voor niet-afgewerkte oppervlakken.
- Een hygrometer meet de luchtvochtigheid in een bepaalde ruimte en wordt niet tegen of in het materiaal geduwd.
Een goede luchtvochtigheid is belangrijk voor de gezondheid van de bewoners. Idealiter ligt de relatieve luchtvochtigheid tussen 40 en 60%. Lager dan 40% kan ademhalingsproblemen veroorzaken, hoger dan 60% leidt tot meer transpiratie en creëert situaties waarin schimmels of andere schade optreden.

Salpeter haal je niet zomaar weg
Wat bij een teveel aan vocht?
Als het pleisterwerk een vochtprobleem vertoont, wordt daar best een expert bijgehaald. Zoals in het artikel over vochtwerende verf is aangegeven, heeft overschilderen met welke verf of coating dan ook, geen zin. Op basis van een grondige analyse bepalen zij de juiste behandeling. Bij optrekkend vocht is dat in eerste instantie een muurinjectie. Na de droogtijd wordt het aangetaste stucwerk verwijderd en afgeborsteld. De droogtijd bedraagt doorgaans de helft van de dikte van de muur. Is die 10 cm, dan wacht je best een vijftal maanden. Salpeter (zout) is een ander paar mouwen. Het lukt vrijwel nooit om alle zouten van de muur te krijgen, hoe hard en vaak je ook borstelt en veegt. In dit geval is een speciaal anti-salpetermembraam aangewezen.
Is voorstrijken nodig?
Vooraleer pleisterwerk af te werken, is het aangeraden een muur of plafond te behandelen met een voorstrijkmiddel. Dat voorkomt niet alleen de zuigende werking van pleister, waardoor zonder voorstrijk veel meer verf nodig is, ook de vorming van banen en strepen wordt voorkomen. Bij poederende muren wordt geadviseerd om naast een klassiek voorstrijkmiddel eveneens gebruik te maken van een voorstrijkfixeermiddel. Bij niet-poederende varianten is dat niet nodig. Aanbrengen kan met een blokborstel en/of vachtroller.