ESPR verordening van kracht gegaan
Duurzame producten worden de norm
Nadat de Europese Commissie er enkele maanden geleden al voorlopig mee had ingestemd, is de ESPR nu officieel in voege. De kaderwetgeving wordt gezien als de hoeksteen van de ambities van de EU om de industrie groener en schoner te maken als onderdeel van de Green Deal van de EU en zal een essentiële rol spelen bij het behalen van de milieudoelstellingen. Onder meer een grotere circulariteit van het materiaalgebruik en het behalen van de doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie maken deel uit van de verordening. Vanuit het oogpunt van de consument zal naleving van de ESPR de maatstaf worden om ervoor te zorgen dat duurzame producten de norm worden, waardoor de milieu- en klimaateffecten worden verminderd en een groener Europa tot stand wordt gebracht.
Prioritaire segmenten
De kaderwetgeving vervangt de Richtlijn 2009/125/EG inzake ecologisch ontwerp en stelt de vereisten voor ecologisch ontwerp vast voor bijna alle ‘tastbare’ consumptiegoederen (met uitzondering van levensmiddelen voor menselijke consumptie en diervoeders). Dat betekent evenwel niet dat alles in één keer verandert. De wetgeving wordt gespreid ingevoerd. Prioritaire industriesegmenten zijn ijzer en staal, aluminium, textiel, meubilair (inclusief matrassen), banden, wasmiddelen, verf, smeermiddelen, chemicaliën, energiegerelateerde producten en ICT-producten, evenals andere elektronica.
De implementatie zal beginnen met het stellen van prioriteiten, gevolgd door het opstellen van een werkplan voor de producten en de vereiste maatregelen en tijdschema's waaraan de betrokkenen moeten voldoen. Dit zal dan gevolgd worden door het opstellen van productregels, rekening houdend met planning, effectbeoordelingen en overleg met belanghebbenden. Hiervoor zal een forum voor ecologisch ontwerp worden opgericht. De oprichting van het Ecodesign Forum staat voor de deur (gepland voor Q3 2024), een eerste bijeenkomst van het forum zal in het laatste kwartaal van het jaar plaatsvinden.
Doelstellingen
- Duurzaamheid, herbruikbaarheid, opwaardeerbaarheid en repareerbaarheid van producten verbeteren.
- Producten energie- en hulpbronzuiniger maken.
- Aanwezigheid van stoffen die circulariteit in de weg staan aanpakken.
- Recycling verhogen.
- Eenvoudiger maken om producten opnieuw te vervaardigen en te recyclen.
- Regels opstellen voor koolstof- en ecologische voetafdrukken.
- Beschikbaarheid van informatie over productduurzaamheid verbeteren.
Update digital product paspoorten
Oorspronkelijke was de invoering van digital product paspoorten voorzien voor eind 2024, maar de invoering en het verplichte gebruik ervan wordt nu verwacht tussen 2026 en 2030 en zal in alle 27 EU-lidstaten van kracht worden. Sinds dit idee is bedacht, is er een niet aflatende aandacht voor producten met een grote impact op het milieu, dus sommige industriesectoren krijgen om die reden voorrang. Verven en coatings behoren daar opnieuw toe. Het concept heeft zich ontwikkeld tot wat een alomvattend document van milieuverantwoordelijkheid lijkt te worden. De belangrijkste elementen die als vereisten zijn vastgelegd zijn:
- Unieke productidentificatie (UID).
- Een wereldwijd handelsidentificatienummer zoals voorzien in de ISO/IEC-norm of een equivalent daarvan van producten of hun onderdelen.
- Een TARIC-code (nodig voor de import van goederen van buiten de EU) en eventuele andere relevante goederencodes.
- Conformiteitsdocumentatie, inclusief conformiteitsverklaring, technische documentatie en conformiteitscertificaten.
- Vereisten met betrekking tot ‘zorgwekkende’ stoffen.
- Gebruikershandleidingen, instructies, waarschuwingen of veiligheidsinformatie.
- Installatie-, onderhouds- en reparatiegidsen, zodat duurzaamheid op lange termijn wordt bereikt en de impact op het milieu wordt verminderd.
- Hoe het product moet worden verwijderd (of geretourneerd) aan het einde van de levensduur van het product.
- Demontage, recycling en verwijdering aan het einde van de levensduur van een product.
Andere onderdelen van het ESPR-kader
Twee andere maatregelen worden voor het eerst opgenomen als onderdeel van het ESPR-kader. De eerste maatregel heeft betrekking op onverkochte consumptiegoederen. Tot nu toe worden veel onverkochte consumptiegoederen uiteindelijk vernietigd. De EU streeft namelijk naar een verbod op de vernietiging van bepaalde artikelen. De tweede maatregel is gericht op het sturen van overheidsinstanties in de richting van de aankoop van duurzamere producten. Dat gebeurt door criteria voor groene overheidsopdrachten in te voeren en slaat vooral op bedrijven die betrokken zijn bij het leveren van bouwmaterialen, verf en meubilair via contracten voor gemeentelijke gebouwen.
Leveranciers buiten de EU
Het ESPR-kader zal gelden voor alle producten die op de EU-markten worden gebracht, dus niet alleen voor producten die binnen de EU worden geproduceerd. Ook van leveranciers uit zogenaamde ‘derde landen’ wordt verwacht dat ze aantonen geïnteresseerd te zijn in het duurzamer en meer verantwoord maken van hun producten binnen de richtlijnen van het raamwerk.